Aangekomen bij een garage werd er (na een snelle blik van een monteur), niets bijzonders gevonden. Met het rijden voelde Maarten nu ook niets geks meer. Geen idee waarom hij gister zo anders reed, maar we besloten van het goede uit te gaan.
Door naar het noordelijkste deel van Roemenië, met oa een begraafplaats die we moesten bezoeken was ons verteld. En inderdaad, wat een bijzondere begraafplaats is Merry Cemetery. Op ieder graf een handgeschilderde kruis met daarop het levensverhaal van de overledene. Ook de kerk was prachtig, met de kleurrijke beschilderingen, groene dakpannen en hoge toren. Zo anders dan wij kennen, het ontdekken van authentiek Roemenië is echt begonnen.
Voor een overnachtingsplek reden we nog een klein stukje verder. Heerlijk in de schaduw vonden we weer een fijne plek. En zelfs zonder dat we het vooraf wisten, naast het hoogste houten klooster van Europa Peri-Săpânţa Monastery. De kids vonden het niet de moeite van dichtbij te kunnen. Gelukkig kunnen ze prima even alleen blijven en konden wij toch een kijkje nemen.
Inmiddels zijn we echt aan de grens met Oekraïne. Voor ieders geruststelling, het is nog wel ver (meer dan 1000km) bij de frontlinie vandaan. Toch een besefmomentje, daar in het land aan de overkant van de beek is het vrije leven verre van vanzelfsprekend. Na een korte oversteek door de (glibberige) beek, zullen we ons dat besef voor altijd herinneren.
Na een rustige avond begon Jara zich opeens niet goed te voelen. Alles kwam eruit en dat bleef helaas niet bij één keer. Ook Stijn begon halverwege de nacht met overgeven, dan is een huis op wielen toch wel heel klein.
Dat werd de volgende ochtend niets anders dan bank hangen en hopen dat ze snel beter zouden worden. Ons water was bijna op en dus moesten we eigenlijk wel verplaatsen. Gelukkig knapten ze eind van de middag wat op en konden we rustig naar een volgende plek rijden.